Information du mot eer (néerlandais → espéranto: antaŭ ol)

Synonymes: aleer, alvorens, alvorens te, voor, vooraleer, voordat

Parti du discoursconjonction
Prononciation/eːr/
Césureeer

Exemples d’usage

Hoelang zal het duren eer ze hier zijn?
Maar ze wilden tot het uiterste ogenblik wachten eer ze hem alleen lieten staan.
Hij hoefde niet lang te wachten eer er iets gebeurde.
Het zou niet lang duren eer hij stierf.
Maar eer die dichtging, zag ik dat er tranen in zijn ogen stonden.

Traductions

afrikaansvoor
allemandbevor; ehe
anglaisbefore
anglais (vieil anglais)ær þæm þe; ær þon þe
espagnolantes de que
espérantoantaŭ ol
françaisavant de; avant que
frison occidentalear’t; foar’t; alear’t
frison saterlandaleer; befoar; eer
papiamentopromé; promer cu; promé ku
portugaisantes de; antes que
souahélikabla
tchèquedříve než
thaïก่อน