Afrikaans–English dictionary

English translation of the Afrikaans word leenheer

English/Afrikaans
Afrikaans → English
  
AfrikaansEnglish (translated indirectly)Esperanto
(meneer);
gent
; ;

AfrikaansEnglish
leenheer⇆ feoffor; ⇆ feudal lord; ⇆ liege; ⇆ liege lord; ⇆ suzerain
agterleenheer⇆ mesne lord
heer⇆ army; ⇆ mister; ⇆ gent; ⇆ gentleman; ⇆ lord; ⇆ king; ⇆ sir
leen⇆ fee; ⇆ benefice; ⇆ borrow; ⇆ carry; ⇆ fief; ⇆ feud; ⇆ feudal tenure; ⇆ feudatory; ⇆ lend; ⇆ lending; ⇆ second
opperleenheer⇆ overlord