Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word Duitsland
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
🔗 Vooral Duitsland, België en Frankrijk zijn populaire bestemmingen voor een korte vakantie. | ||
Bondsrepubliek Duitsland (Bondsrepubliek) | ||
🔗 Het gesprek werd in het Duits gevoerd. | ||
🔗 Er zijn al wel Duitse asperges te koop. | ||
German woman | ||
🔗 In Fez waren ook nog een paar Duitsers. | ||
| (DDR; Duitse Democratische Republiek) | ||
🔗 Er werd aangenomen dat hij zich in Oost‐Duitsland ophield, maar volgens de laatste geruchten zou hij in Italië zijn opgedoken. | ||
🔗 Het aantal doden dat viel aan de grens tussen Oost‐ en West‐Duitsland is nog niet officieel vastgesteld, maar Duitse media gaan uit van ruim 1300 slachtoffers. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| Duitsland | ⇆ Germany |
| Bondsrepubliek Duitsland | ⇆ Federal Republic of Germany |
| Duits | ⇆ Dutch; ⇆ German; ⇆ Teutonic |
| Duitse | ⇆ German woman |
| Duitser | ⇆ Dutchman; ⇆ German |
| Oost‐Duitsland | ⇆ East Germany |
| West‐Duitsland | ⇆ West Germany |