Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word TV‐predikant

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(kanselredenaar; prediker)
preacher
🔗 Zijn vader, ook een predikant, overkwam in 1983 precies hetzelfde.
(televisie; televisietoestel; televisieapparaat)
🔗 De vraag naar TV’s viel echter terug.
(televisie)
🔗 Vanavond zal er in ieder geval geen TV zijn.

DutchEnglish
predikant chaplain; clergyman; curate; dominee; minister; padre; parson; pastor; preacher; predikant; pulpit orator; rector; vicar
TV telly; tube; TV; boob tube

The word TV‐predikant could not be translated into the selected target language by us.