Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word administratiegebouw

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(administratie; administratiekantoor)
(beheer; bestuur);
management
🔗 Bovendien bleek zijn administratie niet in orde te zijn.
🔗 Dat moeten ze op de administratie weten.
(bouw);
structure
(bouwsel; bouwwerk)
🔗 Toen Bond het gebouw verliet, begon het te regenen.

DutchEnglish
administratie administration; management; paperwork
gebouw building; edifice; erection; fabric; joint; pile; structure