Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word banaan

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 De politie heeft donderdag vier mannen aangehouden in Hoogerheide na de vondst van 72 kilo cocaïne tussen een lading bananen in een loods.
(kookbanaan)
plantain
🔗 Schil de bakbananen en snijd ze in kleine stukjes.
banana plug
;
banana jack
banana leaf
(toerako)
banana wine
bananvino
🔗 Gesneden houten kommen met zoetige, bedrieglijk mild smakende bananenwijn gingen van hand tot hand.
banana‐plant
banana peel
🔗 Heeft iemand me betrapt op het neergooien van bananeschillen op de openbare weg of heb ik lelijke gezichten getrokken tegen de burgemeester?
fruit‐fly
(bananevlieg)
fruit‐fly
;
drosophila
(bakbanaan)
plantain
🔗 Dit wordt gemaakt van groene kookbananen.
(bakbanaan; kookbanaan)
plantain
(pawpaw; roomappel); ;
common pawpaw
(pawpaw; roomappel);
papaŭfrukto

DutchEnglish
banaan banana
bakbanaan plantain
banaanstekker banana plug; banana jack
bananeneter turaco
bananenrepubliek banana republic
bananenwijn banana wine
bananeplant banana‐plant
bananeschil banana peel; banana skin
bananevlieg fruit‐fly
kookbanaan plantain
prairiebanaan papaw; pawpaw; common pawpaw