Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word beenkap

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
gaiter
;
legging
(poot)
🔗 Doe hierna hetzelfde met het andere been.
(bot; knok; knook; schonk)
🔗 Binnen enkele ogenblikken had hij een hoop menselijke beenderen blootgelegd.
🔗 Daarnaast zijn fragmenten van houten vaatwerk en werktuigen uit been, hoorn en steen (waaronder vuursteen) gevonden.
(muts); ;
(dak; overkapping)
(bedekking; kaft; omslag);

DutchEnglish
beenkap gaiter; legging
been bone; leg
kap awning; cab; calash; canopy; cap; cape; coif; cope; coping; cover; cowl; cowling; hood; wimple; shade; top; roof; roofing; bonnet