Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word beenvis

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
beenvis‐
osteichthian
ostfiŝa
bony fish
;
osteichthian
;
osteichthian fish
(poot)
🔗 Doe hierna hetzelfde met het andere been.
(bot; knok; knook; schonk)
🔗 Binnen enkele ogenblikken had hij een hoop menselijke beenderen blootgelegd.
🔗 Daarnaast zijn fragmenten van houten vaatwerk en werktuigen uit been, hoorn en steen (waaronder vuursteen) gevonden.
🔗 Ook voor de meeste vissen is de lente het voortplantingsseizoen.
🔗 Als het op vis aankomt, zijn we hier op ons best!

DutchEnglish
been bone; leg
vis fish