Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word behuwd

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
by marriage
boa
(trouwen met)
iĝi la edzo de
🔗 Het meisje dat hij graag had willen huwen, kreeg hij niet, omdat ze te weinig muziek in hem zag.
(trouwen met)
iĝi la edzino de
🔗 Ik was bang dat als hij de tovenaar vernietigde, mijn vader mij zou dwingen om hem te huwen.
(in het huwelijk treden; trouwen);
🔗 Hij hield zich zeer lang in Parigi op, huwde daar, en ging tot het mohammedanisme over.

DutchEnglish
behuwd in‐law
huwen marry; mate; wed