Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word benemen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(afnemen; weghalen; wegnemen)
take away
;
(de hand aan zichzelf slaan; zelfmoord plegen; zich van het leven beroven)
commit suicide
;
kill oneself
mortigi sin
🔗 Misschien heeft ze zich het leven benomen toen ze zag van wat voor slag onze overvallers waren.
breathtaking
🔗 De bries was nu iets sterker en het uitzicht was adembenemend.

DutchEnglish
benemen take; take away; wean from
de moed benemen dishearten
het uitzicht benemen obstruct the view
iemand de lust benemen om spoil somebody’s pleasure in
adembenemend breathtaking; cliff‐hanging; gorgeous; gorgeously