Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word beschuldiging

English/Dutch
Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aanklacht; telastlegging; tenlastelegging); ; ; ;
🔗 Dit zijn zeer ernstige beschuldigingen.
(aanklacht; telastlegging; tenlastelegging); ;
indictment
;
(beschuldigen)

DutchEnglish
beschuldiging⇆ accusal; ⇆ accusation; ⇆ allegation; ⇆ charge; ⇆ impeachment; ⇆ imputation; ⇆ inculpation; ⇆ indictment
akte van beschuldiging⇆ bill; ⇆ indictment
een beschuldiging inbrengen tegen⇆ bring a charge against
een beschuldiging richten tot⇆ level charges at
onder beschuldiging van⇆ on a charge of
tegenbeschuldiging⇆ counter‐charge; ⇆ recrimination