Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word beslommering

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
hassle
;
🔗 Tom Poes vond de trouwe knecht in de keuken bezig met huishoudelijke beslommeringen, maar hij staakte gaarne zijn bezigheden om een praatje te maken.

DutchEnglish
beslommering care; hassle; worry