Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word bootwerker
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(dokwerker) | docker | |
🔗 Er kwam al gauw een ploeg Franse bootwerkers aan boord om de balen koffie te versjouwen. | ||
(schuit) | ||
🔗 Je kunt niet op Lettermullen wonen en niet gewend aan boten zijn. | ||
(schip; vaartuig) | ||
🔗 Toen deze wat opgetrokken was, kon men de beklagenswaardige werker met grote snelheid uit het puin zien komen, gevolgd door een regen van stenen die zijn verbolgen makkers hem nawierpen. | ||
(arbeider; werkman) |
Dutch | English |
---|---|
bootwerker | ⇆ docker; ⇆ dock labourer; ⇆ dock worker; ⇆ longshoreman |
boot | ⇆ boat; ⇆ steamer; ⇆ vessel |
werker | ⇆ worker |