Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word chocola
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(chocolade) | ||
🔗 Hij diepte een reep chocola op uit zijn binnenzak. | ||
(chocolademelk; chocolade) | chocolate milk | |
🔗 Dus stond de chocola tussen kwart over zeven en acht uur op het tafeltje in de linkervleugel? | ||
be unable to make head or tail of something | ||
🔗 Bij de apotheek kunnen ze de krabbels blijkbaar lezen, maar de patiënt kan er vaak geen chocola van maken. | ||
(chocola) | ||
🔗 Voor ze de terugtocht aanvaardden, deelde Sandy wat biscuits en chocolade uit, die voor dit doel waren meegenomen. | ||
(chocolademelk; chocola) | chocolate milk |
Dutch | English |
---|---|
chocola | ⇆ chocolate |
chocolade | ⇆ chocolate; ⇆ cocoa |
melkchocola | ⇆ milk chocolate |