Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word deugd

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
virtue
🔗 Waakzaamheid is een onmisbare deugd in dit gevaarlijke land.
(gedegen; solide)
(braaf; eerbaar)
virtuous
virta
(gebrek)
vice
🔗 Maar onder de ondeugden van Front‐de‐Boeuf, een hard en hebzuchtig man, was gierigheid wel de zwaarste.

DutchEnglish
deugd goodness; good quality; quality; virtue
in alle eer en deugd in honesty of heart; in honour and decency
in eer en deugd in honesty of heart; in honour and decency
lieve deugd! good gracious!
burgerdeugd civism; civic virtue
deugdelijk sound; valid; duly
deugdzaam virtuous
ondeugd hussy; vice; naughtiness; mischief; naughty boy; naughty girl