Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word dolen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(dwalen; ronddolen; ronddwalen; rondzwerven; zwerven); ;
🔗 Nog altijd zou er een ridder door de bossen dolen met zijn hoofd onder zijn arm.
(dolen; dwalen; ronddwalen; rondzwerven; zwerven)
🔗 Het woont in de spelonken onder de stad, maar ’s nachts doolt het vrijelijk rond.
(afdwalen; de weg kwijtraken; verdwalen)
go astray
;
lose one’s way

DutchEnglish
dolen err; meander; ramble; roam; rove; wander; wander about
dolend wandering
doolweg wrong way
ronddolen wander; wander about
verdolen lose one’s way; go astray