Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word eenheid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 In welke eenheid wordt deze uitgedrukt?
🔗 Om te beginnen is dit geen gewone eenheid.
🔗 Ik ben voor eenheid in het aanpakken van deze situatie.
(enigheid)
oneness
(ångström);
unit circle
unuocirklo
🔗 Definities van goniometrische verhoudingen worden bovendien met behulp van de eenheidscirkel gegeven.

DutchEnglish
eenheid oneness; uniformity; unit; unity
speciale eenheid task force
Drieëenheid Trinity; Holy Trinity
eenheidsprijs unit price
eenheidsstaat unitary state
eenheidsworst sameness; uniformity; all the same
gewichtseenheid unit of weight
krachtseenheid dynamic unit
rekeneenheid unit of account
vlooteenheid naval unit
warmte‐eenheid heat unit; thermal unit