Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word gasbuis

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
duct
(colbert; jasje; jack)
🔗 Allen waren door Elrond goed voorzien van warme dikke kleren en hun buizen en mantels waren met bont gevoerd.
(kanaal; loop; pijp); ;
tube
🔗 Wat ontstaat boven in de buis?
(wambuis)
jerkin
;
doublet
🔗 Trek uw buis uit.
🔗 Verschillende gassen kunnen zeker ook in dichtheid verschillen.
🔗 We hebben geen gas meer nodig voor de verwarming.

DutchEnglish
gasbuis gas‐pipe
buis barrel; box; conduit; doublet; duct; fistula; fuse; jacket; jerkin; kirtle; pipe; tube
gas damp; fluid; gas