Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word genetica

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(erfelijkheidsleer)
genetics
(erffactor)
🔗 Landloperij zit in onze genen.
geneticist
(erfelijk)
🔗 De laatste jaren is steeds meer bekend geworden over de neurologische en genetische oorzaken van verslavingen.
genetike
🔗 Daarnaast zijn er zwijnen die genetisch sterk afwijken van de anderen.

DutchEnglish
genetica genetics
gen gene
geneticus geneticist
genetisch genetic; genetical; genetically