Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word gereedmaken

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bereiden; klaarmaken; klaren; toebereiden; verzetten; in gereedheid brengen; gereedmaken);
🔗 Hij had de kruisboog opgeraapt en begon hem opnieuw gereed te maken.
(bereiden; klaarmaken; toebereiden; in gereedheid brengen)
(af; klaar; paraat);
🔗 Ik hoop dat je de maaltijd gereed hebt, Joost!
(doen ontstaan; formeren; instellen; opleveren; opwekken; in het leven roepen)
🔗 Ik maakte geen vuur.
(uitvoeren; vervaardigen);
🔗 Hoe wordt een bronzen beeld gemaakt?
(doen; laten)
🔗 Dat maakte dat hij zich iets beter voelde.
(creëren; scheppen)
🔗 Ook de andere schilderijen die hier hangen, zijn niet in Londen gemaakt.
(herstellen; repareren; verstellen);
repair
;
(scheppen);
(aanmaak; vervaardiging; doen)
making
🔗 Heer Bommel was in zijn gemakkelijke stoel gaan zitten om rustig over het maken van een atoombom te kunnen nadenken.
(begaan; doen; uithalen; uitrichten; verrichten; uitvoeren)
🔗 Ten eerste moeten wij een keus maken.
(aanmaken)
🔗 Je moet voor mij een robot maken.
;
🔗 We moeten van de nood een deugd maken.

DutchEnglish
gereedmaken dispose; get ready; make ready; prepare
zich gereedmaken prepare oneself
gereed at the ready; in readiness; poised; ready; finished
maken repair; fix; amount to; build; coin; coinage; compose; confect; confection; constitute; construct; create; do; draw; fabricate; form; get up; give; make; making; manufacture; take; mend; offer; pass off; produce; raise; realize; render; score; send; shape; tailor; turn; volunteer; drive