Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word gids

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
gids‐
(leidend)
leading
(geleider; leidsman)
🔗 Laat de gids vooropgaan zolang je er een hebt.
(reisgids);
guidebook
;
handbook
(leidraad)
guidebook
;
;
cicerone
🔗 De gids antwoordde echter niet.
mountain guide
🔗 Op dezelfde dag dat u die documenten kreeg, vroeg u in hotel Tiefenbrunner, waar u was ingekwarierd, wie de beste berggids was in Kitzbühel.
(gids; leidraad; richtsnoer)
guidebook
; ;
(gids; reisgids);
guidebook
;
handbook
(gids);
guidebook
🔗 Aan de andere kant liet hij zich weer vallen en zag een wit, duivels gedrocht dat uit alle macht onder een wanordelijke berg atlassen en reisgidsen probeerde vandaan te komen.
telefoongids
(telefoonboek)
phonebook

DutchEnglish
gids cicerone; guide; guidebook; handbook; leader; pilot
berggids mountain guide
beroepengids yellow pages
gidsland model country
reisgids guide; guidebook; travel guide
studiegids prospectus; catalogue
taalgids phrase book
telefoongids directory; telephone directory; telephone book