Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word goddelijk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Misschien is het een goddelijk oordeel, en wie ben ik dan om in te grijpen?
🔗 Het was zo goddelijk in de tuin.
(godheid);
divinity
🔗 Dat is de wil van de goden.
🔗 Op deze grijswitte ŧroon des doods zat de halfgoddelijke monarch die de gevangenen deze onbekende wereld had binnengevoerd.
deify

DutchEnglish
goddelijk ambrosial; divine; godlike; godly; heavenly; numinous
god divinity; god
goddelijkheid divinity; divineness
halfgoddelijk semi‐divine
vergoddelijken deify