Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word grasetend

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(herbivoor; plantenetend)
(spijs)
(bikken; nuttigen; vreten);
🔗 Dat zal ik doen zodra ik iets heb gegeten.
(maaltijd)
🔗 Ze eten geen vlees maar wat is kip dan?
🔗 Morgen eten we bij mijn jongste zoon.
🔗 Kom toch ook hier op het gras zitten.

DutchEnglish
eten bite; chow; dine; dinner; eat; eating; feed; food; have dinner; manducate; manducation; meat; nosh
gras grass; pasturage; pasture; turf