Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word grondwerker
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (reden; oorzaak) | ; | |
🔗 Zeg eens, op welke gronden is zij gearresteerd? | ||
| (bodem; fond; ondergrond) | ; ; | |
🔗 De soort groeit niet op zure grond. | ||
| (aardbodem; bodem) | ; ; | |
🔗 Jullie zijn al op vrouwe Anna’s grond. | ||
| (aarde) | ||
🔗 Ze waren vlak boven de grond doorgesneden. | ||
| (bodem; ondergrond) | ; ; | |
🔗 Nergens raakte hij de grond, zelfs niet op een diepte van tweehonderd vadem. | ||
🔗 Toen deze wat opgetrokken was, kon men de beklagenswaardige werker met grote snelheid uit het puin zien komen, gevolgd door een regen van stenen die zijn verbolgen makkers hem nawierpen. | ||
| (arbeider; werkman) | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| grondwerker | ⇆ banker; ⇆ navvy |
| grond | ⇆ base; ⇆ bedrock; ⇆ bottom; ⇆ dirt; ⇆ earth; ⇆ essentiality; ⇆ essentialness; ⇆ foundation; ⇆ glebe; ⇆ ground; ⇆ groundwork; ⇆ land; ⇆ rationale; ⇆ reason; ⇆ room; ⇆ soil; ⇆ warrant; ⇆ substratum |
| grondwerk | ⇆ earthwork |
| werker | ⇆ worker |