Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word haakjes

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
brackets
krampoj
🔗 Het valt de lezer misschien op dat in de macrodefinitie nogal veel haakjes voorkomen.
(angel; vishaak)
🔗 De vis zat aan de haak en was opgehaald.
(haakje)
🔗 Er werden haken gegooid en ladders tegen de muren gezet.
; ;
(haak)
bracket

DutchEnglish
haak barb; brace; bracket; catch; chape; clasp; claw; cleek; clip; cradle; gaff; hanger; hitch; hook; peg; picklock; rest; square
haakje bracket; crotchet; parenthesis