Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word het nuttige met het aangename verenigen
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
🔗 Ik ben aangenaam verrast. | ||
| (behaaglijk; genoeglijk; leuk; prettig; plezant) | ; | |
🔗 Uiteraard wilde ik dat nieuws bewaren als aangename verrassing. | ||
| (bevorderlijk; dienstig) | ; beneficial | |
🔗 Schrijven moet een nuttige vaardigheid zijn. | ||
usefully | utile | |
🔗 Ik vraag me af of ze niet nuttiger bezig kunnen worden gehouden dan met het bouwen van een jonk. | ||
| (aaneenvoegen; bijeenbrengen; in elkaar zetten) | ; ; combine ; | |
🔗 Nu verenigen we het nuttige met het aangename. | ||
| ; ; unify | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| het nuttige met het aangename verenigen | ⇆ combine business with pleasure |
| aangenaam | ⇆ acceptable; ⇆ agreeable; ⇆ agreeably; ⇆ comfortable; ⇆ comfy; ⇆ delicious; ⇆ deliciously; ⇆ gracious; ⇆ grateful; ⇆ gratefully; ⇆ gratifying; ⇆ hospitable; ⇆ palatable; ⇆ pleasant; ⇆ pleasing; ⇆ pleasurable; ⇆ sweet; ⇆ likable |
| nuttig | ⇆ available; ⇆ beneficial; ⇆ helpful; ⇆ profitable; ⇆ profitably; ⇆ useful; ⇆ serviceable; ⇆ fructuous; ⇆ usefully |
| verenigen | ⇆ aggregate; ⇆ ally; ⇆ associate; ⇆ band; ⇆ combine; ⇆ compound; ⇆ confederate; ⇆ conjoin; ⇆ connect; ⇆ consolidate; ⇆ couple; ⇆ embody; ⇆ get together; ⇆ incorporate; ⇆ join; ⇆ join up; ⇆ knit; ⇆ link; ⇆ link up; ⇆ mate; ⇆ pair; ⇆ pool; ⇆ rally; ⇆ unify; ⇆ unite; ⇆ collect |