Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word hinkepoot

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(hompelen; kreupel lopen; mank lopen)
🔗 Hij zag Tannahill naar een stoel hinken en gaan zitten.
(flikker)
faggot
(been);
🔗 Toen snuffelde hij weer eens en legde zijn kop weer tussen zijn poten.
(voet);
(flikker; homo; nicht);

DutchEnglish
hinkepoot cripple; limper
hinken hobble; hop; limp; walk with a limp; dot and carry one; play at hopscotch; play hopscotch
poot claw; foot; hand; leg; paw; poof; poofter; queer