Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word huiverend
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(bibberen) | ||
🔗 Puc zat schrijlings op zijn paard te huiveren in zijn mantel. | ||
(beven; bibberen; rillen; sidderen; trillen) | ||
🔗 Ik huiverde kort en zij vulde onze bekers opnieuw. |
Dutch | English |
---|---|
huiverend | ⇆ tremulous |
huiveren | ⇆ thrill; ⇆ wince; ⇆ shiver; ⇆ shudder |