Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word inspuiten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(injecteren)
(injectie)
injection
(sproeien; uitspuiten; verstuiven)
squirt
;
spout
;
spray
;
spurt
ŝprucigi
spurt
;
spout
;
spray
ŝpruci
🔗 Terwijl hij dat deed, spoot een straal vloeistof door de nachtlucht precies naar de plaats waar hij een seconde tevoren nog gestaan had.

DutchEnglish
inspuiten inject; syringe
inspuiting injection
spuiten blow; jet; mainline; get one’s rocks off; spout; squirt; spray; spurt; shoot; shoot up; syringe