Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kaalheid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(kaalhoofdigheid)
baldness
;
bareness
(kaalhoofdig);
senkreskaĵa
🔗 Het land was kaal.
(bladerloos)
(bloot)
🔗 Hij scheen op een kale, aarden vloer te liggen.

DutchEnglish
kaalheid alopecia; baldness; bareness; barrenness; nakedness; shabbiness; threadbareness
kaal bald; baldheaded; baldly; bare; barren; bleak; callow; empty; hairless; naked; napless; threadbare; seedy; shabby; thin on top; unfledged; leafless