Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kalk‐

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
lime
(pleister; pleisterkalk)
plaster
🔗 Arglistig had gauw gezien hoe het mogelijk was, want onder en naast het bijouteriekastje zag hij kalk en stukken steen op de vloer liggen.
(aanstrijken)
kalkŝmiri
🔗 Van het voormalige café waren de ramen wit gekalkt, maar hier en daar kon je toch wel naar binnen kijken.
(oöliet)
oolite
(kalk; pleister; stuc)
plaster
;
stucco
calcine

DutchEnglish
kalk lime; mortar; plaster
kalk‐ calcareous; limy
kalkaarde calcareous earth
kalkachtig limy; calcareous
kalkbak hod
kalkbranderij limekiln
kalken distemper; lime; roughcast; plaster; write; chalk
kalkgroeve limestone quarry
kalknagels onychomycosis
kalkoven kiln; limekiln
kalkput lime‐pit
kalksteen limestone
kalkwater lime water
kalkzandsteen sand‐lime brick
metselkalk mortar
ontkalken decalcify
pleisterkalk parget; plaster; stucco
schelpkalk shell‐lime
verkalken calcify; calcine