Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kampeertent

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(huif; tent)
(légeren)
be encamped
; ;
camp out
;
lie encamped
🔗 Heer Bommel had het plan opgevat om te gaan kamperen en omdat alleen zijn remmend werkt op de geest, terwijl het bovendien prettig is wanneer men sommige werkzaamheden aan anderen kan overlaten, had hij ook Tom Poes uitgenodigd.
(keet; kraam; kraampje)
🔗 Zonder zich te storen aan de verwarring die hij in de tent achterliet, gaf heer Bommel gas en verdween door het linnen.
(huif)
🔗 Een grote man kwam de tweede tent uit.

DutchEnglish
kamperen be encamped; bivouac; camp; camping; camp out; encamp; lie encamped; pitch; tent
tent booth; tent; tilt; awning; joint