Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kegel

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
skittle
🔗 Met een kreet viel de man achteruit tegen de anderen, die als kegels omver rolden.
(conus)
🔗 De kegels, die in het begin groen zijn, rijpen in september waarna ze zich openen en de zaden vrijlaten.
conic section
(conisch; taps)
sparrekegel

DutchEnglish
kegel cone; icicle; ninepin; pin; skittle; tenpin
ijskegel icicle
kegelen bowl; ninepins; play at skittles; play at ninepins
kegelsnede conical section; hyperbola; parabola; conic section
kegelvlak conical surface
kegelvormig cone‐shaped; conic; conical; coniform
lichtkegel cone of light
sparrekegel fir‐cone; fir‐apple