Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word kerkelijk huwelijk
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(echt; echtverbintenis; huwelijkse staat) | marriage | |
🔗 Hoezo is mijn huwelijk niet geldig? | ||
marriage | ||
marriage ; wedding | ||
🔗 Hij had de titel in handen gekregen door een huwelijk, niet door afkomst of op enige andere wijze. | ||
(echt; echtverbintenis) | marriage | |
(echt; echtverbintenis; verbintenis) | ||
🔗 De uitwerking hiervan op het huwelijk is vaak fataal. | ||
(trouwerij; echtvereniging) | marriage ; wedding | |
🔗 Durrell hield zich aan zijn deel van de overeenkomst en sprak de volgende twee dagen met geen woord over het huwelijk. | ||
(geestelijk) | ||
🔗 De zware aardbeving in Lissabon die die stad in 1755 op een kerkelijke feestdag verwoestte, bracht velen in Europa, de filosofen van de Verlichting voorop, aan het twijfelen over het bestaan van een rechtvaardige God. | ||
clerical ; clericalist |
Dutch | English |
---|---|
kerkelijk huwelijk | ⇆ church wedding; ⇆ religious wedding |
huwelijk | ⇆ alliance; ⇆ bed; ⇆ marriage; ⇆ match; ⇆ matrimony; ⇆ wedding; ⇆ wedlock |
kerkelijk | ⇆ canonical; ⇆ ecclesiastical; ⇆ religious; ⇆ church |