Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word knobbel

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(knoest);
knob
; ;
protuberance
;
(eeltplek)
knobby
;
knotty
(elefantiasis)
elephantiasis
mute swan
🔗 Knobbelzwanen in Zuid‐Holland mogen vooralsnog niet worden afgeschoten.
(wrattenzwijn; wratzwijn)
wart‐hog

DutchEnglish
knobbel boss; bump; embossment; induration; knob; knot; knur; knurl; lump; node; nodosity; nub; nubble; protuberance; tubercle; tuberosity
eeltknobbel callosity; callus
jichtknobbel chalk‐stone
knobbelachtig tubercular
knobbelig kneed; knobbed; knobbly; knobby; knotted; knotty; nodose; nubbly; tuberous; tuberose
knobbelzwaan mute swam
knobbelzwijn wart‐hog
talenknobbel bump of languages