Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kookkachel

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Iedereen nam om de kachel plaats en weer werd het onderwerp van het breken van dit record aangesneden.
heater
🔗 De heer Kiekvogel kwam verder het vertrek in en bleef wat besluiteloos bij de kachel staan.
(zieden);
🔗 ’t Water kookt.
🔗 Het water zal hier wel te drinken zijn als we het koken.
🔗 Vanavond kook jij voor ons.
kuiriĝi
cooking
🔗 Daarnaast is koken altijd al een grote hobby geweest.

DutchEnglish
kookkachel cooking‐stove
kachel heater; stove
koken boil; boiling; churn; cook; cooking; do; fume; seethe