Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word leden

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
disciples
;
following
; ;
supporters
; ;
(lidmaat)
🔗 Wie was het derde lid van je groep?
(genoot);
🔗 Turkije heeft Israël eerder gewaarschuwd voor „ernstige gevolgen” als het land probeert leden van Ḥamās op te sporen die in Turkije wonen.
(term)
🔗 Ook komt het voor dat we beide leden trachten te herleiden tot dezelfde eenvoudiger vorm.
(lidmaat)
🔗 Het water is diep, en donker en koud, en nu al amuseren onbekende creaturen zich met mijn lid.
(doorstaan; uitstaan); ; ;
🔗 Mijn vijanden zouden lijden, zoals ik geleden had, en erger!
(dulden; gedogen; toelaten; tolereren; velen; verdragen); ; ;
🔗 Hoe kan zo iemand dergelijk gezelschap lijden?
(ondergáán)
🔗 De secessionisten hadden zware verliezen geleden.

DutchEnglish
leden membership
ledenlijst list of members; register of members
lid fellow; lid; limb; member; phalanx; paragraph; term; joint; degree; generation; penis
lijden aching; endure; make; meet with; pain; passion; suffer; tolerate; undergo; suffering; sufferings; sustain; bear; stand