Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word levenspeil

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(levensstandaard)
living‐standard
🔗 Leve de koningin!
🔗 De Russische leider leeft in een andere werkelijkheid.
🔗 Het leven ligt voor je!
🔗 Wees blij dat u nog leeft!
(geraas; kabaal; lawaai; rumoer);
🔗 Van het concert des levens krijgt niemand een program.
🔗 Er zat beslist weinig leven meer in de man.
(niveau)
🔗 Zo blijft het peil van de Seine stijgen.
(plan; niveau)
level
;

DutchEnglish
leven animation; animus; din; exist; jazz; life; live; living; noise; racket; subsist; vitality
peil gauge; level; mark; plane; standard; watermark