Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word mandekking

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
fertilization
(dekken)
insemination
(bedekking; dek; hulsel)
🔗 Wij moeten dus dekking zoeken?
(bescherming; beschutting)
(echtgenoot)
🔗 Hij en Minerva leefden nu als man en vrouw.
(kerel; manspersoon; vent);
🔗 Hebt u deze man vermoord?

DutchEnglish
mandekking man‐on‐man coverage; man‐to‐man marking
dekking cover; coverage; covering; coverture; guard; provision; screen; cloak; shield
man chap; hand; he; husband; jack; male; man; troops; foot