Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word markeren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(merken; tekenen)
marki
🔗 Toen hij dat gedaan had, liep hij naar het vage silhouet van een rij populieren, waarvan hij wist dat die de weg markeerden.

DutchEnglish
markeren highlight; mark