Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word nalatenschap
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(erfenis) | estate | |
🔗 Zij zouden er ieder voor zich hevig aanstoot aan genomen hebben als de ander de geringste opmerking over de nalatenschap gemaakt zou hebben. | ||
; | ||
🔗 Hij stierf toen ik achttien was en liet vrijwel geen geld na. | ||
; neglect ; omit | ne fari | |
(achterlaten) | leave behind ; | |
🔗 Hij liet geen nabestaanden na. | ||
(vermaken) | bequeath |
Dutch | English |
---|---|
nalatenschap | ⇆ estate; ⇆ heritage; ⇆ inheritance; ⇆ legacy |
nalaten | ⇆ bequeath; ⇆ forbear; ⇆ leave; ⇆ leave behind; ⇆ omit; ⇆ omittance; ⇆ pretermit; ⇆ leave off; ⇆ fail; ⇆ neglect |