Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word nederleggen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(leggen; neerleggen; vlijen; deponeren) | ; | |
🔗 Ze legden hun last neder en begonnen het graf open te maken. | ||
zich nederleggen (gaan liggen; zich neerleggen; zich uitstrekken) | lie down |