Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word olifant

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(dikhuid)
🔗 Laten we die olifant eens gaan bekijken.
(savanneolifant)
African bush elephant
🔗 Hij was bijna 4 meter hoog, groter dus dan de hedendaagse Afrikaanse olifant.
African forest elephant
arbarelefanto
🔗 Ook veel dieren kunnen niet zonder het bos leven, zoals de bosolifant en de orang‐oetan.
(bul)
(olifantehoofd; rode klaroen)
Joseph’s coat
;
edible amaranth
trikolora amaranto
(olifantamarant; rode klaroen)
Joseph’s coat
;
edible amaranth
trikolora amaranto
baby elephant
;
elephant calf
spineless yucca
;
soft‐tip yucca
;
blue‐stem yucca
;
giant yucca
giganta jukao
;
elephant‐foot tree
;
pony‐tail palm
(Afrikaanse olifant)
African bush elephant
🔗 Hij gebruikt hiervoor naast zijn slurf ook zijn slagtanden, die dunner en minder krom zijn dan slagtanden van een savanneolifant.
sea‐elephant
🔗 De arbeid der jagers beperkte zich natuurlijk tot de kust, waar de zeeolifanten zich uitsluitend ophouden.

DutchEnglish
olifant elephant
bosolifant African forest elephant
mannetjesolifant bull elephant
olifantamarant Joseph’s coat; edible amaranth
olifantehoofd Joseph’s coat; edible amaranth
olifantejacht elephant‐hunt; elephant‐hunting
olifantshuid elephant’s skin
olifantspoot spineless yucca; soft‐tip yucca; blue‐stem yucca; giant yucca
olifantssnuit elephant’s trunk
olifantstand elephant’s tusk
savanneolifant African bush elephant
zeeolifant sea elephant