Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word onbekommerdheid
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (onbezorgd; zorgeloos) | ; cavalier ; dismissive ; off‐hand ; careless | |
🔗 Ik probeerde er onbekommerd uit te zien, maar ik wist niet of ik voor de jongen verborgen moet houden dat onze situatie hopeloos was of dat we onze angsten met elkaar moesten delen. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| onbekommerdheid | ⇆ unconcern |
| onbekommerd | ⇆ carefree; ⇆ unwrung; ⇆ unconcerned |