Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word onduidelijkheid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
dimness
;
turbidity
obscurity
(helderheid; klaarheid)
distinctness
;
explicitness
🔗 Duidelijkheid, dat is het sterkste punt van deze hypotheken.
(troebel; vaag)
indistinct
; ; ;
cloudy
nuba
(vaag; duister)
dimly
malklare
🔗 Op de achtergrond, tussen dicht gebladerte, zag men onduidelijk de omtrekken van de pagoda.
indistinct
;
obscure
;
🔗 Nog altijd heb ik onduidelijke plekken in mijn geheugen, maar mettertijd komt alles wel terug.
neklare
(vaag; duister)
🔗 Het is onduidelijk waar de verdachte precies is aangehouden.

DutchEnglish
onduidelijkheid imprecision; indistinctness; obscurity
duidelijkheid clearness; conspicuousness; distinctness; explicitness; ostensibility; perspicuity; plainness; obviousness
onduidelijk dim; imprecise; inarticulate; indeterminate; indistinct; indistinctly; mistakable; obscure; out of focus; unclear; shadowy; thick; not clearly