Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ooruil

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(ransuil)
long‐eared owl
(hengsel)
🔗 Hij vond wat bordjes en kopjes zonder oor, maar geen geld.
🔗 In hun oren dreunt nog het orgel.
🔗 Toen hij zijn oor bij de opening bracht, kon hij duidelijk de stem van heer Ollie horen.
owl
🔗 Kun jij me niet leren hoe ik vrouwe Desdea in een uil kan veranderen, al is het maar voor een dag of wat?

DutchEnglish
ooruil eared owl
oor ear; handle; lug; lughole; dog’s‐ear
uil bird of Minerva; owl; moth; goose; dolt; ninny