Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word opgevoed

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
uneducated
(grootbrengen; kweken; opleiden); ; ; ;
🔗 Hij is opgevoed door een wachtmeester der huzaren.
(onderwijzen);
tutor
(beschaafd)
bone edukita
🔗 En dan heb ik nog een stuk of wat vriendinnen, die welopgevoed en zeer verstandig zijn, en waarmee je dus geen donder kunt beginnen, maar misschien krijgt iemand anders ze wel klein.

DutchEnglish
onopgevoed ill‐bred; low‐bred; underbred
opvoeden breed; bring up; educate; foster; nurture; raise; rear
welopgevoed thoroughbred; well‐bred; well‐brought‐up