Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word oudere

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aloud; antiek; ouderwets); ;
🔗 De beginselen van het kaarten ontwerpen waren reeds aan de oude Grieken bekend.
;
🔗 Ze kon niet ouder zijn dan negentien.
(gewezen; vroeger)
🔗 Dit is de ingang van een oud vliegveld.
(muf; oudbakken)
stale
(bejaard);
🔗 Ik ben ouder geworden.
;
🔗 Oud en versleten waren de treden van deze trap.

DutchEnglish
oudere elder; oldster; senior citizen
oud aged; ancient; antique; archaic; back; beaten up; classical; hoary; inveterate; long‐standing; long‐time; of age; old; old‐time; olden; ripe; veteran; stale; of long standing; second‐hand; venerable; former; old‐established