Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word overplakken
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(na) | ; | |
🔗 Over een uur vallen we aan. | ||
(voort; uit) | ; ; ; ; ; | |
(boven; meer dan; boven de) | ; ; | |
(aan; aangaande; betreffende; in; met; naar; omtrent; op; van; voor; inzake) | ; ; ; ; | |
🔗 Hebt u vragen over deze brief? | ||
left ; left over ; remaining | ||
🔗 Voor mij bleek er dan niet veel eetbaars meer over te zijn. | ||
(aan; boven) | ; ; | |
🔗 De zon vlamde over de zee. | ||
(aan de overkant van; over … heen) | ; ; | |
🔗 Nadenkend tuurde Conan over de zee. | ||
(afgelopen; verleden; voorbij; achter de rug) | ; | |
🔗 De oefening is over. | ||
(kleven) | gluiĝi | |
(lijmen) | glue ; ; paste | |
linger ; ; ; ; | restadi |
Dutch | English |
---|---|
overplakken | ⇆ paper over |
over | ⇆ about; ⇆ across; ⇆ along; ⇆ at; ⇆ beyond; ⇆ by; ⇆ in; ⇆ o’er; ⇆ on; ⇆ over; ⇆ past; ⇆ via; ⇆ on the subject of; ⇆ by way of; ⇆ on top of; ⇆ above; ⇆ upwards of; ⇆ from now; ⇆ with |
plakken | ⇆ cling; ⇆ glue; ⇆ paste; ⇆ plaster; ⇆ stick; ⇆ be sticky |