Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word overtollig

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(overbodig; boventallig)
superfluous
;
redundant
;
surplus
🔗 Ik vrees zelfs dat ik overtollige bagage ben op deze expeditie.
superabundant
(overbodigheid)
redundancy
;
superfluity

DutchEnglish
overtollig excrescent; expendable; expletive; redundant; supererogatory; superfluous; surplus; waste
overtolligheid redundance; redundancy; superfluity; superfluousness